Een initiatief van :



Stichting Food-Info



Food-Info.net> Wetenswaar > plantensterolen

Wetenswaar achtergronddossier plantensterolen


Copyright GPD

Hier vindt u achtergrondinformatie bij de rubriek ‘Wetenswaar' uit de regionale dagbladen. Deze keer een aantal aspecten van plantensterolen in relatie met gezondheid.

In geval van verwijzingen naar andere websites staat beschreven of dit een Nederlandstalige (NL) of Engelstalige (EN) website betreft.

De volgende onderwerpen komen achtereenvolgens aan bod:

Introductie

Plantensterolen zijn stoffen die ons lichaam niet zelf kan aanmaken. Ze kunnen dus alleen via de voeding in het lichaam terecht komen. De voornaamste bronnen zijn granen, plantaardige oliën, zaden en noten. Plantensterolen en stanolen remmen de opname van cholesterol in de darm en verhogen de hoeveelheid cholesterol die met de ontlasting wordt uitgescheiden; het cholesterolgehalte in het bloed wordt zodoende verlaagd. Daarom worden plantensterolen soms toegevoegd aan producten voor mensen met een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed. Hier zal in dit dossier in meer detail op in worden gegaan.

Plantensterolen, stanolen en cholesterol zijn alledrie sterolen. Sterolen vormen een groep binnen de lipiden (vet-achtige stoffen) en hebben een meervoudige ringstructuur met elkaar gemeen.

De bekendste plantensterolen zijn sitosterol en campesterol en zoals in figuur 1 is te zien, hebben zij een dubbele binding. De dubbele bindingen worden aangewezen door de pijlen. Cholesterol is de bekendste sterol, maar is geen plantensterol. Cholesterol in ons dieet is afkomstig van dierlijke producten zoals vlees, vis, eieren en melkproducten. Naast cholesterol in ons voedsel maakt ons lichaam zelf ook cholesterol. Figuur 2 laat de stanolen zien. Het verschil met de sterolen is dat zij geen dubbele binding hebben.

Figuur 1: sterolen met een dubbele binding


Figuur 2: stanolen zonder dubbele binding

Als er over plantensterolen- en stanolen gesproken wordt, dan gaat het over de sterolen en stanolen zoals die in supplementen te vinden zijn of toegevoegd worden aan voedingsmiddelen. De term fytosterolen is te verzamelnaam voor de van de plant afkomstige stanolen en sterolen. Stanolesters onstaan bij chemische reactie waarbij er een koppeling aan een vetzuur plaatsvindt. Door deze reactie worden de plantensterolen en stanolen meer vetoplosbaar, waardoor ze toe te voegen zijn aan voedingsmiddelen zoals margarine en saladedressings.

Plantensterolen in de voeding

Het dieet van onze voorouders was veel rijker aan plantensterolen dan het huidige eetpatroon. Het hangt er natuurlijk erg van af hoe je dagelijkse dieet eruit ziet, maar gemiddeld wordt met een Westers voedingspatroon dagelijks zo'n 130-160 mg plantensterolen geconsumeerd. Vegetariërs hebben doorgaans een hogere inname door hun hoge inname van plantaardige producten. Als we 1-3 gram plantensterolen per dag zouden eten zou het slechte LDL cholesterol in ons bloed 5-15% minder worden. Uit onderzoek blijkt dat een hogere inname van plantensterolen niet effectiever is. Het is moeilijk aan te geven hoeveel plantensterolen iemand het beste zou moeten eten per dag. Plantensterolen zijn bioactieve stoffen waarover nog maar weinig bekend is met betrekking tot langdurig gebruik van grote hoeveelheden ver boven het normale consumptieniveau. Plantensterolen hebben echter wel een negatief effect op de opname van bètacaroteen. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) pleit daarom voor terughoudendheid van het gebruik van plantensterolen door zwangere vrouwen en jonge kinderen.

Tabel 1: hoeveelheden plantensterolen in enkele voedingsmiddelen

 

Voedingsmiddel

Portie

Plantensterolen (mg)

Tarwekiemen

½ kop (57 g)

197

Maïsolie

1 eetlepel (14 g)

102

Koolzaadolie

1 eetlepel (14 g)

91

Pinda's

2 eetlepels (28 g)

62

Tarwezemelen

½ kop (29 g)

58

Amandelen

2 eetlepels (28 g)

34

Spruitjes

½ kop (78 g)

34

Roggebrood

2 sneetjes (64 g)

33

Macadamia noten

2 eetlepels (28 g)

33

Olijfolie

1 eetlepel (14 g)

22

Benecol® spread

1 eetlepel (14 g)

850 mg plantenstanolen

Bron: http://lpi.oregonstate.edu/infocenter/phytochemicals/sterols/

Naast de fytosterolen- en stanolen die in voedingsmiddelen voorkomen, is er ook sprake van toevoeging van plantensterolen- en stanolen aan voedingsmiddelen. In dit laatste geval spreken we dan van functionele voedingsmiddelen. Voor meer informatie over functionele voedingsmiddelen : http://www.food-info.net/nl/ff/intro.htm

Onderstaande tabel laat de twee producten zien die fytostanolen en fytosterolesters bevatten en het cholesterolgehalte doen verlagen.

 

Product

Geclaimd gezondheidseffect

Benodigde hoeveelheid

Benecol margarine met toegevoegde fytostanolen

Helpt het cholesterolgehalte van het bloed met ongeveer 10% te verlagen

Dagelijks 2 of 3 boterhammen besmeerd met Benecol margarine

 

Becel pro.activ margarine en zuivelproducten met toegevoegde fytosterolesters

Helpt het cholesterolgehalte van het bloed te verlagen (margarine met ongeveer 10%, zuivelproducten tot ongeveer 10%)

Normaal dagelijks gebruik van Becel pro.activ margarine. Elke dag drie porties Becel pro.activ zuivelproducten. Eén portie is twee besmeerde boterhammen of 250 ml melkdrank of 1 beker (125 gram) yoghurtproduct

 

Bron: http://www.voedingscentrum.nl/

Het effect van plantensterolen en stanolen op het cholesterolgehalte

Om de positieve werking van plantensterolen en stanolen op een hoog bloedcholesterolgehalte te begrijpen, is het belangrijk om eerst wat meer te weten cholesterol. Zoals in de introductie te lezen is, is cholesterol een sterol. Chole betekent gal in het Grieks. Cholesterol betekent dus letterlijk vertaald: gal-sterol. Cholesterol wordt voornamelijk in de lever gemaakt. Cholesterol in je lichaam en je bloed is het endogene cholesterol. Cholesterol kan ook in je voeding voorkomen en heet dan het exogene cholesterol. Cholesterol in je lichaam heeft een groot aantal functies; voor meer gedetailleerde informatie hierover:

http://www.food-info.net/nl/ff/plantsterols.htm#3 .

Het lichaam heeft cholesterol nodig om goed te kunnen functioneren. Maar te veel cholesterol zorgt ervoor dat er veel LDL (slecht) cholesterol in het bloed circuleert. Teveel cholesterol heeft als nadeel dat het zich kan ophopen in de slagaderen in de vorm van plaques. Hierdoor kunnen verstoppingen ontstaan in de bloedvaten, met als mogelijk gevolg een hartaanval. Een te hoog cholesterolgehalte wordt dan ook gezien als één van de risicofactoren voor een hartaanval. Het HDL cholesterol in het bloed is het goede cholesterol en zorgt voor de afvoer van cholesterol. Bij een gezond cholesterolgehalte van het bloed is niet alleen de totale hoeveelheid cholesterol van invloed op onze gezondheid, maar ook de verhouding tussen het HDL en LDL cholesterol. Omdat (zoals in figuur 1 te zien is) plantensterolen een vergelijkbare structuur met cholesterol hebben, “concurreren” zij met cholesterol. Er wordt dus minder cholesterol in de darm opgenomen.

Fytosterolemia

Fytosterolemia ook wel Sitosterolemia genoemd, is een zeldzame erfelijke aandoening (er zijn wereldwijd 40 patiënten met deze ziekte bekend). Mensen met deze ziekte hebben 50 tot 60 keer hogere concentraties plantensterolen in hun bloed. Deze aandoening wordt veroorzaakt door een defect in het ABCG5/ABCG8-gen. Ondanks slechts licht verhoogde LDL-cholesterolconcentraties in het bloed overlijden patiënten met fytosterolemia al op zeer jonge leeftijd aan aderverkalking.

Bronnen :

Auteurs

Elske van Dijk, student Master of Science programma Nutrition and Health (Voeding en Gezondheid), Wageningen Universiteit

 

Krantenartikel

Het krantenartikel zoals deze in de GPD-kranten is verschenen. (Door Harm Harkema)

(GPD) – Choli/chole is Grieks voor gal, en sterol is een chemische structuur. Cholesterol is in het Nederlands dus eigenlijk gal-sterol. Je hebt allerlei soorten sterolen. Ook in planten. Plantensterolen komen in kleine hoeveelheden voor in onder andere noten en soja en lijken op cholesterolen.

Plantensterolen (en stanolen, dat zijn vergelijkbare stofjes) worden door het menselijk lichaam nauwelijks opgenomen, maar worden met de ontlasting grotendeels weer uitgescheiden. Voor het echter zover is, verrichten ze in de darmen nog nuttig werk, blijkt uit uitgebreid en onomstreden onderzoek. De plantensterolen zorgen er voor dat minder cholesterol uit voeding en cholesterol dat via de lever en de gal in de darmen is gekomen, Gevolg is dat het gehalte aan LDL-cholesterol in het bloed (dat is het slechte cholesterol) daalt.

Er is uitgevogeld dat dagelijkse inname van 1 tot 3 gram plantensterolen het gehalte aan slecht cholesterol in het bloed gemiddeld met tien procent verlaagt. Dat is niet niks, al is met medicijnen (statines) een nog veel grotere vermindering te bereiken. Aangetoond is dat verlaging van het gehalte aan LDL-cholesterol de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verkleint.

Met normale voeding krijgt een mens nooit 1 tot 3 gram platensterolen binnen. Hetgeen onder andere voedingsconcern Unilever op het idee bracht ze toe te voegen aan yoghurt, melk en margarine. Ze noemden het Becel pro activ, en omdat de werking bewezen is, is het een van de weinige voedingsproducten die met een medische claim reclame mag maken:,,Wetenschappelijk bewezen. Verlaagt cholesterol aanzienlijk. Door plantensterol'', staat op de verpakking. Het succes is zo behoorlijk dat Albert Heijn de Becelproducten heeft gekopieerd en ze nu ook onder het eigen huismerk voert.

Om het cholesterolgehalte substantieel te verlagen moeten wel consequent elke dag weer producten met plantensterolen worden verorberd. Maar ook weer niet teveel.

Want het is eveneens bewezen dat meer dan drie gram plantensterolen per dag het cholesterolgehalte in het bloed niet verder verlaagt. Sterker: plantensterolen kunnen bij langdurig gebruik ook het gehalte aan vitamine A in het lichaam enigszins verlagen. Wie verder normaal eet, met voldoende groente en fruit, hoeft daar niet wakker van te liggen. Maar kinderen, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, hebben een verhoogde behoefte aan vitamine A. Hen wordt aangeraden om eerst te overleggen met de huisarts, voordat zij aan de plantensterolen of stanolen gaan. Datzelfde geldt voor mensen die cholesterolverlagende medicijnen (statines) slikken. Fabrikanten zijn ook verplicht dit op hun verpakking te vermelden.

Omdat er dus risico's verbonden zijn aan ongelimiteerde inname van plantensterolen, mogen ze ook niet lukraak aan producten worden toegevoegd. Overdosering ligt dan immers op de loer. Een Finse fabrikant die plantensterolen aan allerlei broodsoorten wilde toevoegen kreeg vorig jaar in Brussel dan ook slechts gedeeltelijk zijn zin: Hij mag ze alleen in z'n roggebrood stoppen, want dat is een broodsoort die toch niet zoveel wordt gegeten.

Ondertussen proberen aanhangers van de orthomoleculaire beweging (een pseudo-wetenschappelijke groep vitamineslikkers) sinds enige tijd twijfel te zaaien over de werking van plantensterolen. Zij beweren dat plantensterolen bij bepaalde groepen mogelijk het risico op hartinfarcten juist vergroot. Inderdaad zijn er mensen met de zeer zeldzame stofwisselingsziekte fytosterolemie bij wie dat het geval is: de ziekte is zo zeldzaam, dat het wereldwijd slechts enkele tientallen mensen betreft. Suggesties van de orthomoleculairen dat ook andere deelgroepen risico kunnen lopen zijn speculatief.


Food-Info.net is an initiative of Stichting Food-Info, The Netherlands

Free counters!