Een initiatief van :



Stichting Food-Info



Food-Info.net> Producten > Thee

Het verbouwen van thee

Plant

De theeplant is een wintergroene plant van de Camellia familie die oorspronkelijk uit China, Tibet en het noorden van India komt. Er zijn twee soorten van de theeplant. De soort met smalle bladeren, bekend als Camellia sinensis. Deze groeit in de koele, hoge bergachtige streken van centraal China en Japan. De soort met brede bladeren, bekend als Camellia assamic, groeit het beste in de vochtige, tropische klimaten van Noordoost India en de provincies Szechuan en Yunnan in China. Deze plant produceert donker groene, glanzende bladeren en smalle witte bloesems.


Theeplant (Bron)

Er zijn verschillende bastaardvormen die voortkomen uit de bovengenoemde twee soorten, zij hebben zich ontwikkeld door zich aan te passen aan verschillende omstandigheden.

Een oud Chinees gezegde luidt, “de beste thee komt uit hoge bergen”. De hoogte en de nevel tussen de bergen beschermen tegen een teveel aan zonlicht en zorgen voor de goede temperatuur en vochtigheid om de bladeren langzaam te laten groeien en zacht te laten blijven. Zoals bij witte wijn, wordt de kwaliteit en de smaak van een speciale thee beïnvloed door zowel de omgeving (bodem, klimaat en hoogte) als de theemaker (die beslist wanneer en hoe het blad geplukt wordt en hoe het wordt verwerkt).

De meeste theeplanten hebben een groeifase en een slaapperiode, meestal tijdens de winter. De bladeren worden geplukt als de nieuwe theescheuten (of uitlopers) tevoorschijn komen. In warmere klimaten hebben de planten meerdere uitlopers en kunnen het hele jaar door geplukt worden. In koudere omstandigheden op hogere hoogtes is er een duidelijk oogstseizoen. Bladeren van de eerste uitlopers, meestal in de lente, geven de beste theekwaliteit.

Er zijn vier hoofdsoorten thee: groene thee, zwarte thee, oolong thee en witte thee. Alle thee komt van dezelfde plant. De specifieke soort theeplant en de manier waarop de bladeren verwerkt worden na de oogst, bepaald het type thee dat gemaakt wordt.


Een theeplantage in Kenia (Bron)

Groei

Thee groeit voornamelijk tussen de kreeft- en de steenbokkeerkring, heeft 1000-1250mm regen per jaar nodig en een temperatuur tussen de 10 en de 30 °C . Thee groeit vanaf de zeespiegel tot 2400 meter boven de zeespiegel.

De theetuin (theeplantage) is de plaats waar de smaak van de thee ontwikkeld wordt, daarom wordt er veel zorg en aandacht aan besteed om te verzekeren dat de beste groeiomstandigheden gecreëerd worden. Dit betekend dat in sommige gevallen bomen geplant moeten worden om schaduw te creëren of dat er windhagen geplant moeten worden om de schade van sterke winden te beperken, dit is voornamelijk op de vlaktes van Assam.

De planten staan in rijen, ongeveer een meter van elkaar vandaan. De struiken moeten elke vier tot vijf jaar worden gesnoeid om de struik te verjongen en om de struik op een handige hoogte te houden voor de theeplukkers. Dit staat ook wel bekend als de “Pluktabel”.


Thee oogst (Bron)

Een theestruik kan 50-70 jaar thee produceren, maar na 50 jaar neemt de productie van de struik af. Rond deze tijd zullen de oudere struiken worden vervangen door jongere planten die geteeld zijn in de kwekerij van de plantage.

Oogst

Plukrondes zijn afhankelijk van het klimaat; nieuwe groei kan met 7-12 dagen tussenruimte geplukt worden tijdens het groeiseizoen. Thee oogsten is vermoeiend en arbeidsintensief (er zijn tussen de twee- en de drieduizend theebladeren nodig om een kilo onbewerkte thee te produceren) en is een methode die veel vaardigheden vereist.

Theeplukkers leren het exacte moment wanneer een uitloper geplukt kan worden te herkennen. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat de zachtste bladeren geplukt worden waarmee de beste thee gemaakt kan worden.

Na het plukken, worden de bladeren getransporteerd naar fabrieken voor verwerking. De velden zijn meestal aangrenzend aan de fabriek.


Regio's waar thee verbouwd wordt (Bron)


 

 


Food-Info.net is an initiative of Stichting Food-Info, The Netherlands

Free counters!