Voedsel en Religie - Zevende dags adventisten

Naar het overzicht van religies

De spijswetten

Zevende dags adventisten geloven dat het lichaam de tempel is van de Heilige geest. Alles wat gegeten wordt, moet daarom in de glorie van God gebeuren. Een gezonde levensstijl is hiervoor nodig. Onthouding van alcoholische dranken en tabak is hiervoor een eerste vereiste. Bovendien wordt het gebruik van onzuivere dieren verboden, zoals omschreven wordt in het oude testament (Bosley en Hardinge, 1992).

Dieren die wel geconsumeerd mogen worden zijn opgedeeld in drie groepen, namelijk dieren, vissen en vogels. Wat betreft vlees mogen alleen zoogdieren die herkauwen en een gespleten hoef hebben geconsumeerd worden.

Vogels zijn slechts geschikt voor consumptie indien ze geen roofvogel of watervogel zijn.

Vissen zijn toegestaan indien ze vinnen en schubben hebben, die makkelijk te verwijderen zijn. Alle andere vissen of schelpdieren zijn verboden (Bosley en Hardinge, 1992).

Tenslotte wordt het gebruik van "hete" kruiden en ingrediënten, evenals het gebruik van caffeïnehoudende dranken afgeraden. Het dieet dat wordt aanbevolen door de kerk aan haar leden bestaat uit granen, groenten, fruit, noten, weinig melk en weinig of geen eieren (Bosley en Hardinge, 1992).

Invloed op de levensmiddelentechnologie

Ingrediënten

Het normale aangeraden dieet geeft weinig gevolgen voor de levensmiddelenindustrie. Er moet echter wel rekening worden gehouden met het verbod op de consumptie van onzuivere dieren. Vegetarische leden hebben hier minder last van, maar ook zij moeten letten dat producten niet zijn geproduceerd met dierlijke ingrediënten (Bosley en Hardinge, 1992).

Hieronder zullen enkele producten worden besproken, waarbij nauwkeurig moet worden gelet op het gebruik van ingrediënten:

• Bakkerijproducten worden vaak gemaakt met behulp van vetten. Dit vet mag niet afkomstig zijn van een onzuiver dier, zoals een varken.
• Frietjes mogen niet worden (voor)gebakken in frituurvet van onzuivere dierlijke afkomst.
• Mono- en diglyceriden worden vaak toegevoegd aan levensmiddelen. Ook deze mogen niet afkomstig zijn uit onzuivere dieren. Ditzelfde geldt ook voor gelatine (Bosley en Hardinge, 1992).

Processen

Tijdens de productie mag geen gebruik worden gemaakt van stoffen van dierlijke afkomst, ook als ze zich uiteindelijk niet meer in het product bevinden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de productie van kaas, waar rennine in wordt gebruikt. Aan te raden is, dat de fabrikant bij het verpakken van het product duidelijk op het etiket vermeldt of de ingrediënten en proceshulpstoffen wel of niet van dierlijk afkomst zijn (Bosley en Hardinge, 1992).